EEN WASLIJST AAN PROBLEMEN, trauma’s en negatieve programmeringen
(DIE UIT VORIGE LEVENS KUNNEN KOMEN)

(Of die je van je voorouders geërfd hebt)


 
 
  • Angsten

    • Negatieve overtuigingen die ons blokkeren om een gebalanceerd, productief en overvloedig leven te leven.

    • voor kritiek, om veroordeeld, vernederd, afgekeurd of niet serieus genomen te worden

    • om alleen gelaten, verlaten of verstoten te worden

    • voor een conflict (onbegrip) met familie, vrienden, partner

    • voor gezichtsverlies/reputatieschade

    • om niet meer geliefd te worden

    • voor als het wel lukt (onbekend terrein)

  • Beloften, eden, vloeken

  • Blokkades

    • Blokkades kun je hebben op:

      • Macht/Controle

      • Persoonlijke integriteit/zuiverheid

      • Seksuele relaties/seks

      • Gezondheid

      • Carriere/werk

      • Familie, kinderen

      • Liefde en relaties

      • Erkenning

      • Geld en inkomen

      • Veiligheid

      • Het ‘doel’ van het leven

  • Entiteiten

  • Erfenis

    • Een erfenis is een overtuiging die opgedaan is in een ander leven en is meegenomen naar het huidige leven.

    • Ook kan een overtuiging geërfd zijn van je ouders (imprint in genen).

    • Je kan ook een overtuiging van iemand anders erven, doordat je je met hen associeert en gelooft wat zij zeggen.

  • Conflicten

    • Een programma in jezelf mbt conflict heeft vaak te maken met een innerlijk conflict in jezelf: ik wil wel van jou houden, maar jij houdt niet van mij. Ik wil dit wel doen, maar dan voel ik me er niet helemaal goed bij.

    • Vaak heeft een conflict met iemand buiten ons, in onze omgeving, te maken. Dit kan weer problemen opleveren zoals zelfbestraffing, zelflimitatie of zelfdestructie.

  • Contracten

  • Geblokkeerde lichaamsdelen

    • Wanneer je vergeleken wordt met iemand anders en je doet onder voor hen, kunnen er blokkades op je lichaam ontstaan. Je denkt ‘er’ (over dat bepaalde lichaamsdeel) niet goed over.

    • Vaak gaat het over het ‘misbruik’ of verkeerde overtuigingen over ons lichaam.

    • Vaak is het trauma van een ervaring nog in het geblokkeerde lichaamsdeel aanwezig (energetische afdruk).

    1. Geblokkeerde gidsen/Hoger Zelf

      • Gidsen kunnen van zichzelf geblokkeerd zijn of niet up to date zijn. Men dient dan om gidsen te vragen van het allerhoogste niveau voor zichzelf, ze te veranderen of de bestaanden te updaten naar het allerhoogste niveau.

      • Veel vaker is de verbinding met de gids niet zuiver, omdat men zelf niet zuiver is. Denk aan alcohol- of drugsgebruik of het niet zo nauw nemen met ‘de waarheid’. Ook kan iemand in woede en razernij verkeren, waardoor deze geen contact kan maken met de gidsen of het Hoger Zelf.

  • Inprenting

    • Een inprenting is een door het onderbewustzijn overgenomen boodschap of overtuiging (programma) tijdens een moment van hevige emotionele stress (angst).

    1. Identificatie

      • Vaak zien wij onszelf als model van (een van) onze ouders. We identificeren ons met hen en nemen hun (positieve én negatieve) eigenschappen over.

  • Limiterende overtuigingen

    • Overtuigingen zijn automatische oordelen over innerlijke en uiterlijke zaken (binnen en buiten). Positieve overtuigingen zorgen voor een automatische positieve functies en ervaringen (ease). Negatieve overtuigingen werken tegen je in en zorgen voor disbalans (dis-ease). Al deze overtuigingen worden in je onderbewustzijn opgeslagen en zijn in een staat van trance toegankelijk. Hierdoor kan je je onderbewustzijn opnieuw instrueren en programmeren.

  • Trauma’s

  • Voordelen

    • Een probleem kan ook voordelen bieden. Doordat je een probleem hebt, krijg je bv aandacht die je anders zou moeten missen.

  • Zelfbestraffingen

    • Zelfbestraffing komt vaak voort uit een opvoeding waarbij van jongs af aan geleerd wordt dat wij slecht en zondig zijn.

    • Zelfbestraffing heeft korte termijn voordelen en heeft vaak te maken met schuld.


Alle negatieve programmeringen op een Rijtje

Zo kan er een zelfsabotageprogramma in het onderbewuste zitten: Wanneer iemand zijn doel bijna bereikt, gebeurt er onderbewust of om hen heen iets, waardoor het doel niet gehaald wordt. Er komt bv angst naar boven, dingen gaan er fout of men wordt opeens ziek.

Er kan een identificatieprogramma lopen in het onderbewuste, waardoor iemand bv een van zijn ouders kopieert. Moeder zat altijd vol met plannen, maar verwezenlijkte er geen een in haar leven. De zoon of dochter kopieert dit 1 op 1, zodat er een verbinding is tussen kind en ouder (parentificatie).

Er kan naast of onafhankelijk van bovenstaande ook een inprenting ergens in het verleden zijn geweest. Een ouder of een buitenstaander kan op een bepaald moment iets gezegd hebben, wat rechtstreeks in het onderbewuste wordt opgenomen, zoals bv:"Het gaat je toch nooit lukken." Hoewel iemand gedacht kan hebben "Onzin, het gaat me wel lukken.", kan het toch door het onderbewuste als waar worden ervaren.

Een (negatieve) overtuiging kan ook een erfenis zijn van een van de ouders tijdens de conceptie of tijdens de zwangerschap. De baby is onbewust en neemt alles tijdens de conceptie en zwangerschap letterlijk over van de ouders en vooral de moeder. Wanneer moeder tijdens de zwangerschap het geloof heeft dat "het nooit gaat zoals zij willen.", wordt dat vaak 1 op 1 door het ongeboren kind overgenomen.

Je doel niet verwezenlijken kan ook voordeel bieden: Je kent wat je nu kent. Het verwezenlijken van je droom betekent ook een heel nieuw leven, met nieuwe mogelijkheden. Dit kan als angstig ervaren worden. Het oude bekende krijgt dan de voorkeur voor het onbekende en soms angstige nieuwe.


INNERLIJK KIND ARCHETYPES

Deze archetypes komen voort uit het ‘bevroren’ (frozen) innerlijk kind:

De Pleaser: Ik onderdruk mijn gevoelens, zodat iedereen zich goed - ok - voelt. Als ik mensen please, zullen zij mij aardig vinden en zullen ze mij niet afwijzen. Zo iemand kan zich later in zijn leven vaak schuldig voelen en alleen maar ontspannen wanneer iedereen heeft wat die wil.

De Uitvoerder/Klimmer: Ik probeer harder en harder om te bewijzen aan mijn ouders dat ik goed genoeg ben om van te houden. Later in mijn leven word ik een workaholic en gestresst. Succes kan een zaak zijn van ‘leven en dood’. Als ik niet perfect ben, dan heb ik gefaald en zal er niet van mij gehouden worden.

De Rebel: De ouders van de rebel waren sterk controllerend. De enige manier om aandacht te krijgen, is door iets stouts te doen en door problemen te veroorzaken. Hoewel het problemen opleverde, leverde het me ook aandacht op. Later in het leven kan zo iemand graag shockeren en snel boos worden. En vaak is dat omdat mensen niet doen wat ze graag willen dat ze doen.

Het Slachtoffer: Ik krijg aandacht wanneer ik huil en mijn moeder vertel dat iemand mij pij heeft gedaan, want anders voel ik me niet goed. Als ik genoeg huil, dan krijg ik - misschien wel - liefde. Later in het leven kan het uiteindelijk de schuld zijn van alle anderen om die persoon heen. Zo iemand kan geen verantwoordelijkheid nemen voor zijn leven, omdat wanneer die dat wel doet, niemand voor hen zal zorgen of naar hen zal omkijken.

De Rationalisator: Ik leef in mijn hoofd, omdat dat het de veiligste plek is om te zijn. Emoties rondom mijn familie waren zo overweldigend, dat het beter en veiliger is om me te ontkoppelen van mijn emoties. Mijn familie erkent mijn gevoelens niet, aangezien mij verteld is dat ik niet boos of verdrietig mag zijn. Hierdoor weet ik niet hoe ik met mijn emoties moet omgaan. Later in zo iemand’s leven kan die vaak niet meer herinneren wanneer die voor het laatst gehuild heeft of boos geweest is.

De Redder: Door mijn ouders te pleasen, zijn zij van mij gaan houden. Andere kinderen kunnen zo iemand als goedzak of ‘lievelingetje van de leraar’ betitelen. Later in het leven kan zo iemand aangetrokken worden door slachtoffers, zodat die hen kan helpen met zijn problemen. Iemand gaat andere mensen redden en ze zo afhankelijk van hen maken, waardoor ze een gevoel krijgen waardoor het lijkt alsof ze in controle en gewild zijn.